Een vreemdgaande man of vrouw is een dankbaar vertrekpunt voor het schrijven van een liedje. Als in een Griekse tragedie is er sprake van een lijdend mens dat, gesterkt door de moraal van de luisteraar, zijn of haar liefdesverdriet uitstort terwijl er met boze vingertjes wordt gewezen naar de boetedoener. Iemand heeft een grove fout begaan en niets is na het moment van erkenning lekkerder dan het aannemen van de slachtofferrol, wetende dat er bijval komt van ieder ander die ooit zo schaamteloos is bedrogen. Millie Jackson speelt die kaart met verve in ‘How Do You Feel The Morning After’ (1974), als ze haar voormalige geliefde vraagt hoe hij zich de ochtend na het overspel voelde:
How do you feel
The morning after
After you’ve given your love
To someone new
Marvin Gayes ‘I Heard It Through The Grapevine’ (1966) mag prachtig zijn geschreven en gezongen, sympathie voor de gedupeerde speelt óók een rol in onze waardering voor het liedje. Ach, er zijn minstens zoveel succesvolle nummers over ontrouw geschreven als over ware liefde. Het ene sluit het andere immers niet uit.
Naar moraalridders luisteren kan even leuk zijn, maar dan raak je wel nieuwsgierig naar de andere kant van het verhaal. Gelukkig hebben ook vreemdgangers een gezicht gekregen in de muziekgeschiedenis. Ze worstelen met hun gevoelens en zijn in zekere zin ook slachtoffer, van de liefde. De onmogelijke liefde die ze niet bewust opzochten, maar die hen overviel. De vreemdganger staat tussen zijn partner en verboden liefde in; een van de mooiste uit die categorie moet toch wel ‘The Dark End Of The Street’ zijn, van James Carr, waaruit vooral angst klinkt:
They gonna find us
They gonna find us
They gonna find us
Lord someday
Of de maîtresse dan wel minnaar ook een stem krijgt? Uiteraard, ook die voelen wat af.
Neem The Soul Children, die in 1973 scoorden met een liedje wat later een van hun grootste hits zou blijken: ‘I’ll Be The Other Woman’, een nummer te belachelijk voor woorden waarmee de dames je toch in weten te pakken. Het begint gelijk met een ludiek idee, wat neerkomt op: ik wil best je minnares zijn, zolang je er maar geen andere minaressen op nahoudt (naast je vrouw).
I’ll be the other woman
All your life
Just as long as I’m the only one
Other than your wife
Een van de eerste posts op Nummer van de Dag ging over Luther Ingrams ‘If Loving You Is wrong, I Don’t Wanna Be Right’. In dit nummer – categorie liedje van een vreemdganger – geeft Ingram zonder blikken of blozen toe dat hij een vrouw én een minnares heeft. Hij is gewoon gek op zijn tweede liefje, en veel liefde kan toch nooit verkeerd zijn?
Nu is het frappante: ‘I’ll Be The Other Woman’ van The Soul Children lijkt een rechtstreeks antwoord op Ingrams hit, die twee jaar eerder uit was gekomen. Het is verbijsterend hoe je bepaalde tekstfragmenten uit de twee nummers perfect tegen elkaar af kunt zetten.